Gids werpt diffuus licht op Amsterdams slavernijverleden
De klacht klinkt steeds vaker: de Nederlandse rol in de slavenhandel krijgt te weinig aandacht in het geschiedenisonderwijs. Met deze ´Gids Slavernijverleden Amsterdam´ kan die keerzijde van de gouden eeuw worden belicht. Bijvoorbeeld tijdens een stadswandeling met bovenbouwleerlingen. Aan de docent dan wel de taak om een selectie te maken uit de 115 bezienswaardigheden en de bijbehorende informatie. De teksten zijn namelijk verwarrend, niet alleen voor leerlingen.
Route
Waar is de geschiedenis van de slavernij nu nog in Amsterdam terug te vinden? Wat is er zichtbaar en invoelbaar van?’, vragen de auteurs zich af in de inleiding. ‘Het simpele antwoord’, geven ze direct, ‘is: niet zo veel’. Maar een alinea verder is te lezen: ‘Voor wie het wil zien is het slavernijverleden verrassend vaak en duidelijk zichtbaar in de stad.’
Tijdens de route wordt, in het Nederlands en het Engels, gewezen op onopvallende ornamenten en verborgen geschiedenissen. Op tientallen gevelstenen prijken producten die op de plantages werden geteeld en in Amsterdam werden verwerkt en verhandeld. Ook explicietere verwijzingen naar de slavernij komen voorbij, zoals de zwarte bediende die is afgebeeld op het huis van Cornelis Tromp.
Iedere locatie is ondergebracht bij een van de vier thema´s: ‘Musea en archieven’, ‘Verzet en abolitionisme’, ‘Zwart in de stad’ en ‘Handel en profijt’. De helft valt in de laatste categorie. Daaronder ook tamelijk wat woningen van vooraanstaande personen die, direct of indirect, aan de slavernij verdiend hebben.
Handel en profijt
Joan Corver bijvoorbeeld, VOC-bewindhebber en burgemeester. In de korte beschrijving wordt niet benoemd wat zijn persoonlijke bemoeienis is geweest met de slavernij, maar dankzij de woorden ‘Handel en profijt’ in de kantlijn krijgt de lezer een idee waarom zijn grachtenpand is opgenomen. Daarbij weerklinkt een citaat uit de inleiding van de Surinaams-Nederlandse Miriam Markelo: ‘Ik ben ook een beetje eigenaar van dit pand, want mijn voorouders hebben er hard voor gewerkt.’ De conclusie die de lezer blijkbaar zelf moet trekken: de gouden eeuw was gebaseerd op uitbuiting en Corver is uit hoofde van zijn functie daaraan schuldig.
De lezer moet zich door vage formuleringen worstelen
Wat wel wordt vermeld, is dat Corver via een slim huwelijk in het bezit kwam van een landgoed. Dat ondersteunt de these, ‘dat macht en geld in eigen kring worden gehouden’. Terwijl op andere plaatsen juist wordt beweerd dat alle lagen van de samenleving zouden hebben geprofiteerd van de slavenhandel.
Geen nieuwe feiten
Dergelijke schijnbare tegenstellingen roepen meer vragen op dan er worden beantwoord. ‘Nieuwe feiten en bewijzen’, zoals die in het voorwoord worden beloofd, zijn niet duidelijk aan te wijzen. Daarentegen moet de lezer zich door vage formuleringen worstelen, zoals deze: ´Niet alle scheepvaart hing samen met slavernij of slavenhandel, maar veel sporen zijn ermee in verband te brengen in de lange periode dat Amsterdam zich ermee bezighield.´
Te veel slordigheden en het gebrek aan consistentie leiden af van het verder uitstekende initiatief en de waardevolle inventarisatie. Leerlingen zullen het mooie beeldmateriaal daarom meer waarderen dan de teksten.
Dienke Hondius, Nancy Jouwe e.a., Gids Slavernijverleden Amsterdam/Slavery Heritage Guide , LM Publishers, 2014
Deze recensie verscheen in Kleio, vakblad voor geschiedenisdocenten. februari 2015.